Als in de afstandshouder van beglazing de U-waarde staat vermeld, of op basis van een typecode kan de U-waarde worden achterhaald uit productdocumentatie, mag deze informatie dan worden gebruikt om het type glas te bepalen?                                                                                                               

 In het protocol worden bovendien keuzes voor glastypes voorgeschreven bij voorkomende situaties met samengestelde combinaties van beglazing. De volgende combinaties worden daarbij niet genoemd:


- Kozijn met 2x dubbel glas (zonder HR coating)

- Kozijn met 2x HR glas

- Kozijn met 2x HR++ glas

-Vacuümglas


 Wat moet worden aangehouden voor deze situaties?

82.1/75.1 - basis


De U-waarde in afstandshouder of brochure mag worden gebruikt. Op basis daarvan kan bepaald worden welk type glas het is. Via merk en type kan ook middels brochures uitgezocht worden welk type glas het is. Hou daarbij de onderstaande waarden aan: ≤ 2,0 W/m2K voor HR-glas; ≤ 1,6 W/m2K voor HR+ glas; ≤ 1,2 W/m2K voor HR++ glas. 


De volgende types glas kunnen worden aangehouden bij voorkomende combinaties:

- Voor een kozijn met 2x dubbel glas (zonder HR coating): HR+ glas

- Voor een kozijn met 2x HR glas: HR++ glas

- Voor een kozijn met 2x HR++ glas: triple glas


Voor Vacuümglas kunnen de onderstaande uitgangspunten worden gehanteerd:

Als er een kwaliteitsverklaring aanwezig is in de BCRG database, kan deze worden gebruikt voor de basisopname. Als er geen kwaliteitsverklaring is, maar je hebt wel bewijs van de U-waarde, kan je onderstaande aanhouden. 


HR-glas, als U ≤ 2,0 W/m2K; 

HR+-glas, als U ≤ 1,6 W/m2K;

HR++-glas als U ≤ 1,2 W/m2K;

Triple HR-glas als U ≤ 0,9 W/m2K;


Als er geen bewijs is van de U waarde, dan standaard dubbel glas aanhouden. Voor de g-waarde kan worden uitgegaan van standaard dubbel glas, tenzij uit eventueel beschikbare documentatie een andere g-waarde blijkt.


22-02-2023