Van welke belemmering is sprake als de belemmering niet recht tegenover het zonontvangende vlak ligt?

82.1/8-75.1 - basis - detail


Overwogen moet worden of sprake is van belemmering met constante hoogte en/of zijbelemmering.


Zijbelemmering: Een zijbelemmering staat haaks op het zonontvangend vlak, maar deze hoeft niet, zoals afb. 16.5 suggereert, per sé fysiek aan te sluiten op het object waarvoor de energieprestatie wordt bepaald. Dat is geen voorwaarde volgens het opnameprotocol. In de praktijk is er echter slechts beperkt sprake van schaduwwerking als er een grote afstand zit tussen de gevel waar het zonontvangend vlak in zit en de belemmering. Het protocol geeft in zo’n geval geen voorwaarden voor het wel af niet meerekenen van zijbelemmeringen. In de praktijk kun je aanhouden dat als hoek b in onderstaande afbeelding groter is dan 15 graden, er geen sprake is van een zijbelemmering.


Belemmering met constante hoogte: In eerste instantie moet worden bepaald of de belemmering meer dan 20% van het zichtveld bestrijkt. Dat is in onderstaande situatie het geval. Vervolgens moet de hoogte en de afstand bepaald worden. Daarvoor moet je als eerste het meest belemmerende hoge punt bepalen (let op: dat is het hoogste zichtbare punt gezien vanuit het zonontvangend vlak en niet altijd het hoogste punt van het gebouw). Na bepaling van het hoogste punt wordt verticaal een lijn naar beneden getrokken tot in het horizontale vlak van het hart van het raam. De afstand wordt vervolgens bepaald vanaf dit snijpunt in het horizontale vlak tot aan het hart van het zonontvangende vlak (raam).


Conclusie in onderstaand voorbeeld: Er is sprake van een belemmering met constante hoogte en niet van een zijbelemmering. 




09-03-2024


Wij adviseren je bovenstaand antwoord op te nemen in het projectdossier. Je mag afwijken van het antwoord mits zorgvuldig onderbouwd. Voor meer informatie over onze werkwijze verwijzen we naar  https://stichtingkego.nl/over-ons/